‘Never a day without lines’ is een tentoonstellingsreeks in drie edities met als uitgangspunt ‘de tekening’ in de meest pure vorm en met een inhoudelijkheid die thuishoort bij de autonome kunst. De Ketelfactory nodigt beeldend kunstenaars uit bij wie de tekening centraal staat binnen het oeuvre. Van eind januari tot begin juli 2010 zijn in drie edities de werken van verschillende beeldend kunstenaars te zien. De inhoud, ‘het verhaal’ dat de kunstenaar wil vertellen, is bepalend voor de vorm van de tekening en het materiaal dat hiervoor gebruikt wordt. De tekening is binnen de beeldende kunst eigenlijk de meest ‘kwetsbare’ materiële vorm die een kunstenaar kan gebruiken. Hij of zij kan zich niet verschuilen achter indrukwekkend en esthetisch materiaalgebruik. Die ene lijn moet vorm geven aan wat het hoofd bedenkt. De tekening groeit bewust of onbewust vanuit een gedachte of innerlijke wereld en krijgt vorm op een drager, zoals papier, doek of wand.
Kinke Kooi nodigt Olphaert den Otter en Ewoud van Rijn uit voor een tentoonstelling waarin alchemie het uitgangspunt vormt. Elk van de kunstenaars werkt vanuit een persoonlijke beeldtaal, maar in hun archetypische verbeelding van verval, verbinding, transformatie en cirkelgang ontdekken ze een bijzondere verwantschap.
Kinke Kooi
“Ik realiseer me dat ik graag tegen de stroom in zwem,” zegt Kinke Kooi in een interview met Mirjam Westen. “Niet uit recalcitrantie, maar omdat weerstand voelen ook steun geeft. Vaak heeft men het over het belang van het stijgen op de maatschappelijke ladder. Je moet je onderscheiden, autonoom zijn, opvallen en klimmen, almaar hoger, naar de top. Niemand heeft het erover hoe het is als je de andere kant uitgaat. Je kunt ook afzakken, naar het laagste punt, het dal. Die gedachte inspireert mij tot het maken van holtes waarin je kunt wonen, schuilen en opgaan in het grote geheel.” Kinke Kooi presenteert in De Ketelfactory een serie tekeningen die ze samenbrengt in een grote ruimtelijke installatie. (citaat uit: Imagine a world without status. In: Kinke Kooi, Museum van Moderne Kunst Arnhem, 2009)
Olphaert den Otter
Op het eerste gezicht doet het werk ‘Aarde’ van Olphaert den Otter denken aan stillevens uit de Barok, met hun vanitas-symbolen als schedels, knekels en zandlopers. Die symboliek had als bedoeling de kijker te doordringen van de ijdelheid van het vluchtige aardse bestaan. In onze huidige maatschappij treffen we een dergelijke symboliek eigenlijk alleen nog aan in de populaire cultuur (piratenfilms en rock-, punk- en heavy metal-kleding) en soms als traditioneel militair symbool. De betekenis van de dood is de afgelopen eeuwen veranderd, waarbij de dood een te vrezen eindpunt is geworden dat uit ons zicht is verbannen en alleen nog vanwege zijn shockerende effect te gebruiken is. Olphaert den Otter maakt een monumentale wandtekening als ‘work in progress’ waaraan hij tijdens de hele tentoonstellingsperiode werkt. Een proces dat als animatie wordt vastgelegd op DVD.
Ewoud van Rijn
Ewoud van Rijn beschouwt de beeldruimte van zijn gedetailleerde, vaak op groot formaat uitgevoerde tekeningen als een fictieve ruimte die tegelijk binnen, voorbij, naast en vóór de alledaagse werkelijkheid is geplaatst. De steeds terugkerende discussie over het einde van de kunst en de dood van de schilderkunst verwerkt hij tot een metafoor over de eeuwige kringloop van dood en herrijzenis. In De Ketelfactory toont hij recent werk dat deels stoelt op een onderzoek naar ‘dode’ culturen die weer tot leven worden gebracht en opnieuw hun plek in de geschiedenis innemen, zoals de Noord-Europese ‘neo-pagan cults’. In De Ketelfactory toont Ewoud van Rijn een installatie die bestaat uit drie monumentale wandtekeningen en een object.
distillatie ‘3 is a magic number’
Datum: 28 februari 2010
Met medewerking van: Marco Pasi, Stephen Snelders en Annine van der Meer
Marco Pasi over Aleister Crowley
Marco Pasi spreekt over de culturele betekenis van recent herontdekte schilderijen van de Engelse kunstenaar, schrijver en bergbeklimmer Aleister Crowley. Hij stelde in 2008 een tentoonstelling van Crowley’s werken samen in het Palais de Tokyo, Parijs. Marco Pasi is als filosoof verbonden met de Leerstoelgroep Geschiedenis van de Hermetische Filosofie en Verwante Stromingen, Universiteit van Amsterdam. Hij spreekt op uitnodiging van Ewoud van Rijn.
Stephen Snelders over ‘Aarde’, alchemie en Edgar Allan Poe
Stephen Snelders bespreekt het schilderij ‘Aarde’ van Olphaert den Otter, waarbij hij refereert aan de alchemie en het werk van Edgar Allan Poe. In zijn lezing richt hij zich op de betekenis van begrippen als de dood, het ‘zwarte werk’ en de levende materie. Stephen Snelders is wetenschappelijk onderzoeker en universitair docent aan de Afdeling Metamedica, VU Medisch Centrum, Amsterdam. Hij spreekt op uitnodiging van Olphaert den Otter.
Annine van der Meer over Sophia en het goddelijk vrouwelijke
Annine van der Meer is godsdiensthistoricus en theoloog. Zij promoveerde in 1989 bij Professor Gilles Quispel. Als kenner van de gnosis deed hij haar in het begin van haar studietijd kennismaken met Sophia, de vrouw van God in de gnosis. Na haar promotie deed zij godsdienstvergelijkend onderzoek naar Sophia en het goddelijk vrouwelijke in joden- en christendom en islam. Na deze periode reisde zij ‘terug in de tijd’. Middels historisch en archeologisch onderzoek binnen allerlei culturen, zocht zij naar sporen van de verborgen Moeder en het verloren moederland, tot diep in de oertijd. Zij spreekt op uitnodiging van Kinke Kooi.
videoportret
publicatie
Uit de teksten van Kinke Kooi, Ewoud van Rijn en Olphaert den Otter: “Steekwoord: Transformatie.
Kinke: Het geeft me een enorm machtig gevoel om iets waarvoor ik bang ben en me schaam omdat het lelijk of stom zou zijn, mooi te maken.
Ewoud: Kan alleen als je ergens doorheen gaat, volledig. Ik ben gedoopt; een beetje water over ’t hoofd, ik herinner me er niets van. Voor mij telt dat niet. Bewust helemaal kopje onder gaan, dat telt.
Olphaert: Lelijk/mooi. Waardeloos/waardevol. Dood/leven. Stof/geest. Het wordt voor mij steeds moeilijker om de precieze grens ertussen aan te geven. Het heen en weer wuiven van het een naar het ander: ik heb steeds meer het gevoel dat daar meer werkelijkheid in zit, dan in gescheiden compartimenten. Transformatie is in mijn werk daardoor nooit ver weg.”
bestellen
artikelen
Ik haat Plato – Peter Henk Steenhuis in Trouw
Ik vul alle gaten in – Peter Henk Steenhuis in Trouw
Hij neemt de tijd bij de lurven – Peter Henk Steenhuis in Trouw
Dit ei vind ik een zelfportret – Peter Henk Steenhuis in Trouw
pers